Sunset merkte een subtiele verandering in de omgeving op. Ze was niet meer alleen. Ze draaide zich om en nam haar boog in haar hand. Met haar andere hand pakte ze een pijl, die ze klaar hield om weg te schieten. Toen ze iets, een mens achtig wezen maar toch anders, van boom naar boom zag springen zette ze het op een lopen. Ze dacht er niet aan om te proberen een pijl naar de mutilant te schieten - want dat was duidelijk wat het was. Maar ze hoorde dat hij steeds dichterbij haar kwam. Ineens voelde ze een zware druk op haar rug en ze viel. Tanden werden in haar schouder gezet en ze schreeuwde het uit. Ze lag op haar rug op de grond, met de man op haar. Deze leek even te genieten van haar bloed. Ze voelde de pijl in haar hand en pakte hem steviger vast. 'Heerlijk zout,' de blik van de man maakte haar doodsbang. De ogen waren pikzwart, geen enkele emotie meer in te lezen. Hij bracht zijn gezicht vlak bij de hare, en ze voelde de angst door haar aderen stromen. Ze probeerde wanhopig om los te komen, maar het lukte niet. 'Je smaakt heerlijk zoet, maar zal de rest ook zo zoet zijn?' de man lachte en drukte zijn lippen op de hare. Ze voelde de hoektanden in haar lip, die onmiddellijk begon te bloedden. Ze bewoog haar hand hard tegen de zij van de man en dreef daarmee de pijl die ze vast had in zijn vlees. Ze wurmde zich los en zette het op een lopen. Ze móest nu een goede boom vinden, waar ze in kon klimmen. Het was duidelijk dat zij veel lichter was dan de mutilant. Als ze nou een boom vond waar zij wel in kon klimmen, maar waar hij te zwaar voor was...